Wat u moet weten

Vroeger was dit de Côte d’Orient, zo genoemd naar de oostelijke hellingen van het kalkstenen plateau ten zuiden van Dijon. In tegenstelling tot de andere departementgen, hebben niet geografische aspecten een rol gespeeld in de naamgeving van de Côte d’Or. De wijnproducenten hebben de Côte d’Or gemaakt, met hun “Golden slope”. Zo verwijst de naam naar de glinsterende kleur goud van de wijngaarden in oktober. De wijngaarden met hun wereldberoemde locatienamen strekken zich uit tot ongeveer 60 km lang tussen Dijon en Chagny. Ook in hun achterland, de Hautes Côtes, groeien pittige Bourgondische wijnen. Hier, zijn er ook idyllische valleien, middeleeuwse kastelen en wandelpaden en rotsklimmen. Net als de andere drie provincies van Bourgondië is het departement Côte d’Or een gevolg van de Franse revolutie.

Met uitzondering van de werkelijke “Golden slope”, horen nog steeds de landschappen van Val de Saône ten zuidoosten van Dijon, de rustige Pays de Vingeanne en de Pays des Trois Rivières in hetnoordoosten er bij, omvat ook delen van de Morvan, van Auxois rijk aan kastelen en abdijen en de Châtillonais in de bovenloop van de Seine in het noorden. Gelegen op 723 meter is het hoogste punt van het departement op de Mont de Gien. Grote steden van de Côte d’Or zijn Beaune, Dijon en Montbard.

Het is een heuvelachtig, op sommige plaatsen bijna slaperig landschap, het trage kanaal van Bourgondië loopt door talloze kronkelingen, vergezeld door vele rivieren, zoals, bijvoorbeeld, de zijrivieren van de Loire, de Rhône en de Seine. Het is het departement van kerken en kloosters, burchten en kastelen, die dromend in de rustige dorpen stan en onweerstaanbaar in de ban van haar geschiedenis de reizigers aantrekken.

Toeristisch oefent de Côte d’Or de sterkste attractie in Bourgondië met zijn landschap, hun wijnen en hun kunstschatten. Ook voor een dagtochtje.